De Brouwershof
Foto anno 2022
Tegenover de huizen Achter Brouwers met de nummers 30, 32 en 34 ligt de Brouwershof.
Zoals de foto’s laten zien is op dit nu groene plekje, oorspronkelijk bebouwing aanwezig geweest. In de zeventiger jaren van de vorige eeuw is alles weggebroken en is deze plek ingericht met een bankje, met parkeerplaatsen en een pomp die oorspronkelijk op de Havenstraat stond.
De plattegrond van de eerste kadastrale kaart uit het jaar 1832 laat zien hoe de bebouwing toen was.
In dat genoemde jaar 1832 werden de eigenaren van de huizen in de Brouwershof als volgt weergegeven:
- Wed. Tjalling Douwes Buursma Linnen en wolnaaister
- Marten Pieters Zwart schoenmaker
- Wed. Sake Jacobs Braak Landbouwersche
- Sijtse Harmens Hamstra Mr Grofsmid
- De Armvoogdij
- De Diakonie
- Douwe Tjisses de Walle Guardenier
- Sjouke Sijtses Bosch Roeper.
Aan de andere kant van Achter Brouwers op de hoek met de Haven stond, zoals de plattegrond laat zien ook een groot pand wat oorspronkelijk een bakkerij was.
Dit pand stond recht tegenover de huidige bakkerij Link. De bakker die hier in het begin van de negentiende eeuw woonde heette Evert Jetzes Bos. Toen Bos met broodbakken gestopt was verhuurde hij delen van zijn bakkerij aan de Armvoogden. Evert Bos was een welbegoedigd man. Toen hij overleden was werd door notaris Albarda een advertentie in de Leeuwarder Courant geplaatst waarin vermeld werd dat op 26 januari en 9 februari 1822 bij de kasteleins resp. Wierda en Papma verkocht zou worden: “Eene brave en sterke huizinge met erve cum annexis staande en gelegen bij de Vaart op het best van den dorpe Ferwerd, waarin bevorens gedurende een reeks van jaren met bijzonder succes eene bakkerij is gedreven den 12 mei 1822 vrij te aanvaarden met der dood ontruimd en nagelaten door wijlen Evert Jetzes Bos, gewoond hebbende te Ferwerd.”
Dit gebouw, wat al voor een deel gehuurd werd door de Armvoogden is later Armhuis geworden. In het jaar 1830 woonden 24 personen in het huis zowel ouderen, jongeren en kinderen. Alle jongeren en ouderen werden omschreven als zijnde zonder beroep, zij hadden dus geen werk.
In de negentiende eeuw waren er perioden waarin grote armoede heerste. Zo had de
Diaconie er ook een woninkje in bezit. Het oude Armhuis is later afgebroken en op de plek is toen een nieuw Armhuis gebouwd. Na de oorlog werd ook dit gebouw niet meer voor dit doel gebruikt.
Het werd onder andere verhuurd aan Heintsje Brandsma voor opslag van zijn winkelvoorraden. Later is het ook gebruikt als woning door o.a. de families A. Riewald en A.Struiksma. Douwe Brandsma heeft ook zijn drukkerij in het pand gehad.
In het pand op de hoek woonde dus in het begin van de negentiende eeuw de schoenmaker Marten Pieters Zwart geheten. Daarnaast was een groot pand aan de kant van de Hogeburen wat één van de oudste smederijen was van het dorp. Hier woonde toen de Mr Grofsmid Sijtse Harmens Hamstra. In het jaar 1833 werd de smederij verkocht. Het pand werd in de Leeuwarder Courant omschreven als een “huizinge en grofsmederij no 97 bestaande uit een ruime winkel, en noodstal binnenshuis, voorkamer, gang, achterkamer, achterhuis, plaats. Bleek, put, bak en verdere geriefelijkheden.” Het pand was verhuurd voor 130 guldens per jaar.
De Hamstra’s waren een bekende familie in Ferwerd. (zie inleiding) De vader Harmnen Sijtzes Hamstra was toen paardendokter van beroep in Ferwerd. De zoon Pieter Sijtzes Hamstra was later smid op de Lytsebuorren.
In de jaren 1940/1950 woonden in de Brouwershof de volgende personen:
- In het voormalig Armhuis: familie A. Riewald.
- Daarnaast in het huis gebouwd met rode steen: Klaske Kroes.
- Dan dorpsomroeper Reinder Vlaskamp.
- Om it hoekje familie Postma.
- Dan kwam Johannes Hansma.
- Vervolgens op de hoek de oude smederij later de winkel fan de Wed. D. Hansma.
- Dan woonden Saakje en Japke Folkertsma, later woonde daar Harm de Ruiter en nog later Wytse de Ruiter.
- Kapper Andringa later kapper S. de Boer en nog later werd het pand gebruikt als toonzaal van firma Jellema.
- Op het hoekje woonden Kees en Neel Dekker Sebastiana.
- Daarnaast stond het Diaconiehuis waar Willem en Tet Riemersma woonden en later mevrouw Damstra. In de zestiger jaren werd het niet meer bewoond en was het autogarage van B. van der Werff.
Van Kees Dekker Sebastiana is een volksrijmpje bekend wat als volgt luidde:
Op de hoek van de haven
Woonden Kees Dekker en Neel
En zij hadden een hondje tesamen
En dat ziet er wat scheel
In de volksmond werd de laatste zin vaak veranderd in
En het skyt er wat geel!