Vrijhof 4
It Kûpershûs letter Bakkershûs
Huisnummer in de eerste dorpsnummering: 150
Kadastraal nummer in 1832: A 562 huis A 566 tuin
In de zeventiende eeuw woonden op het Vrijhof veel mensen met beroepen als schoenmaker, bakker, kleermaker en opzichter. Hier, in het huis wat op deze plaats stond, woonde in 1695 een kuiper. In het kerkenboeken staat hij vermeld als Ringer Skeltes, Mr Kuiper. Het nu aanwezige huis heeft een vernieuwde frontzijde maar een deel van de zuidelijke zijmuur is nog 17e eeuws.
In de achttiende eeuw is er een stal achter aangebouwd en konden er zes koeien en twee paarden gehouden worden. Er was ruimte genoeg want het hele achtergelegen grondperceel behoorde bij dit huis. In 1828 is het pand verkocht en daarbij werd vermeld dat het een grote en kleine voorkamer, gang, achterkamer bevatte met daarbij een vuurhut, schuur en stalling. Fopke Piers Tilma was toen eigenaar. Nadien kwam er een “ongehuwde vrijster” Sijke Annes Wierda geheten, te wonen die een winkeltje begon en delen van het huis verhuurde.
De Grietenij Ferwerderadeel kocht in het jaar 1838 van haar vader, de voormalige kastelein Anne Sytzes Wierda, een groot stuk van de “Groote hovinge” met de schuur en stalling die tegen het kerkhof aangebouwd was. Bij het Grietenijhuis behoorde namelijk geen grond. Mogelijk heeft de Grietenij deze grond met schuur en de stalling gekocht om de verkoop van het Grietenijhuis wat twee jaar later verkocht werd, aantrekkelijker te maken.
In de tweede helft van de negentiende eeuw werd een bakkerij in het pand gevestigd. Sipke Sipkes Postma die bakker was geweest in Blija, was verhuisd naar Ferwerd.
In het jaar 1870 verhuurde hij ook een deel van het huis aan Pope Wijtzes Kroes die er met zijn vrouw Geertje Zuidema en hun drie kinderen woonde. Postma kon kennelijk in Ferwerd geen droog brood verdienen aan zijn broodbakken en emigreerde naar de Verenigde Staten van Amerika in het jaar 1881. Zijn opvolger was bakker Bosma die er tot het jaar 1922 bakker was. Hij verkocht toen het huis maar hield een deel van de grond erachter in eigendom om daarop “een huis te stichten” waar hij zelf ging wonen. Het is nu het huis van de dames Tilma. De opvolger van Bosma was bakker Johan Eduard Massolt uit Franeker die in het jaar 1948 het pand met bakkersinventaris als broodblikken, koektrommels, baktroggen en speculaassnijmachine met vormen overdeed aan Klaas Nauta.
Het bakkersambacht en het venten en de winkelverkoop is door de familie Nauta uitgeoefend tot het jaar 1978. Toen werd het beëindigd zoals bij de meeste bakkers in die jaren het geval was en het aantal bakkers in het dorp sterk terugliep.
Ook hier hoefde niet meer het bekende versje gezongen te worden: De bakker op den hoek, die heeft vannacht geblazen. De bellen van z’n broek die hingen voor de glazen!
De bakkerij werd later een postagentschap wat beheerd werd door de vrouw van Klaas Nauta, Sip Nauta- Feenstra
Toen het postagentschap later overging naar Warenhuis Pijnacker kreeg het huis alleen nog een woonhuisfunctie.