Vrijhof 6, 7 en 8
De Poartewente, de Polysjewente en it Winkeltsje
Huisnummers in de eerste dorpsnummering: 8/9/10
Kadastrale nummers in 1832: A 556, 555, 554
Foto anno 2010
Deze drie huizen hebben heel veel verschillende bewoners gehad in de loop der eeuwen.
In de Poartewente, naast het poortje woonden vaak middenstanders. In de twintigste eeuw was dat eerst Jan de Walle, de schoenmaker en later na de oorlog Germ Hogendijk, de visboer van het dorp. Hogendijk ventte in de zestiger jaren zijn vis uit met een driewielige gemotoriseerde wagen die soms als hij weg zou rijden achter werd opgetild door dorpsjongens, zodat hij geen meter voor of achteruit kon. Hij kon ook alleen maar op sokken het gas en de debaratie bedienen. Zodoende kwam Germ een keer thuis en stonden zijn klompen nog in Burdaard.
De Poartewente in kleur
Om naar de negentiende eeuw terug te gaan, in de woning naast het poortje met dorpsnummer 8, de Poartewente woonde in het begin van die eeuw een man die zijn achternaam hiervan had afgeleid: Leendert Jans Poorte. Hij was winkelman en koopman.
Na diens overlijden in het jaar 1813 werd het huis verkocht. Het werd omschreven als “een huisinge en erve bestaande uit beneden en bovenkamer, ruim voor- en achterhuis voorzien van een schoone regenwaterbak en verdere geriefelijkheden”. Opvallend was dat genoemd werd in de akte dat het huis belast was met “het onderhoud van straten, waterlossingen en wat dies meer mag zijn zoals vanouds”.
Dit zal te maken hebben gehad met de straat voor en naast het huis en met de waterlossing van het Vrijhof. Verkoopprijs van het huis was toen 500 guldens. Later woonde er een dochter van een Ferwerder belastingsambtenaar Tjitske Jacobs Smeding. Rond 1870 was het een timmerwinkel. Sjoerd Douwes Nicolai was hier timmerman en woonde er met zijn vrouw Johanna Postma en hun vijf kinderen.
In de middelste woning hebben in de twintigste eeuw vele politiebeambten gewoond. Het was de vaste woning voor de “polysjemannen”. Daarvoor in de negentiende eeuw was het het huis waar lang de Ferwerder kuiper woonde. In 1810 werd het bewoond door vader en zoon Johannes Clases Ram en Lammert Johannes Ram. Zij waren beide kuiper. De vader was ook opzichter. Rond 1850 werd het kuipersbedrijf voortgezet door Johannes Kornelis Kamminga die hier met zijn vrouw Trijntje Dijkman woonde. Vele jaren was hij hier kuiper. In 1870 woonde de kuipersknecht Ytsen Hoekstra bij hen in.
De derde woning, it winkeltsje, is na lange tijd woonhuis geweest te zijn, enkele jaren terug weer een winkel geworden.
In de vijftiger en zestiger jaren was Gerben Koopmans hier winkelman, die zijn winkelwaren per transportfiets uitventte. In de Sint Nicolaastijd had Koopmans
‘s avonds vaak open huis. Dat was heel gezellig. Je kon dan in de woonkamer voor een paar kwartjes sjoelen en allerlei soorten prijzen winnen.
In it winkeltsje was in het begin van de twintigste eeuw een dochter van de kastelein van “Het Wapen van Ferwerderadeel” winkeliersche. Zij had het winkeltje overgenomen van Sijke Annes Wierda en dochter die hier rond 1870 het winkeltje in eigendom hadden en ook een deel van het huis verhuurden aan een schoenmaker. De kasteleinsdochter heette officieel Tjeerdje Ysbrands Terpstra en werd in het dorp altijd “Tsjet“ genoemd.
In de negentiende eeuw is it winkeltsje lange tijd gedreven door Watze Dirks van der Wal die ook gardenier was.
In 1850 werd Jantje Lieuwes Stoker, wed. Dirk van der Wal als winkeliersche in het huis genoemd.
Om terug te gaan naar de zeventiende eeuw bijvoorbeeld. In het jaar 1695 werden de drie huizen als volgt bewoond:
Bij de poort woonden: “Jacob Alberts Mr Kleermaker en koopman en Rocken Kronenburg sijn wijf”.
In het middelste huis woonden: “Hein Harmen opzichter en Doetje Popes sijn huisvrouw”.
In het laatste huis woonden Aaltje Jans weduwe en Neeltje Zijpjes.
Mogelijk hebben de huisjes oorspronkelijk bij de kerk gehoord.
Op het huis wat nu 't winkeltje is staat het jaartal 1802 op de schoorsteen. Dit is van een herstel of reparatie van de bovenmuur want het lagere deel van deze Noordmuur is veel ouder en stamt uit de eerste helft van de 17e eeuw.