Vrijhof 10
It Prebendehûs letter Rjochthûs en Diakonijwent
Huisnummer in de eerste dorpsnummering:
11 Kadastraal nummer in 1832: A 553, 552
In de Rooms-katholieke tijd van voor 1580 woonde hier de priester die het ambt van prebendarius had. In het jaar 1540 was dat de heer Lijomme en in 1578 de heer Harmen Clasen. Vandaar de naam prebendehuis. Deze functie verviel na de Reformatie in genoemd jaar 1580. De kerk was en bleef eigenaar en verhuurde het huis vaak aan twee gezinnen. De tekening laat duidelijk zien dat aan twee zijden een kamer was. Ook heeft de kerk er weduwen in laten wonen zoals in het jaar 1695. Toen woonden hier twee vrouwen: Betske Steins weduwe en Hiske Fransen weduwe. De kerk is lang eigenaar geweest namelijk tot het jaar 1818. Toen werd door de kerkenraad besloten het pand te verkopen.
Het werd verkocht als twee woningen beide met huis nummer 11, beide met één kamer en ruime zolder en beide met een stuk bleekgrond grenzend aan het kerkhof, wat de toepasselijke naam “Noorwegen” droeg. Deze “schoone huizinge en erve” stond aan het Vrijhof wat op het “plaizierigste” van het dorp Ferwerd was zo stond geschreven. De verkoopprijs bedroeg tweemaal 550 gulden.
Foto anno 2010
Nadien heeft het vele eigenaren gehad. In de negentiende eeuw is er ook lang een winkel in geweest. Antoon Willems de Jong was rond 1830 veldwachter, winkelier en beëdigd schatter (taxateur) in Ferwerd en had het hele huis in bezit.
In het jaar 1870 woonden er twee families met hun gezinnen Gerrit G. Braak die gardenier was en Geert G. de Boer, arbeider van beroep.
In de twintigste eeuw werd het nog gebruikt als dubbele woning en was aan één kant een winkel in schoenen en klompen van Jelte J. Vijver.
Deze bereisde ook de dorpen in de gemeente Ferwerderadeel met een wagen om zijn waar aan te bieden. Naast hem woonde een timmerknecht die Boersma heette. In de nacht van 28 op 29 juli 1910 brandde de huizinge af. Het was een warme zomernacht en de brand trok veel publiek. Er konden nog goederen uit het huis worden gehaald die in het Café Het Wapen van Ferwerderadeel van Doekele Steensma werden opgeslagen. De ene helft van het huis was eigendom van veearts Rienk Feddema en de andere helft van Cichoreidroger M. Broersma. Zij verkochten op 30 augustus 1910 hun beide afgebrande eigendommen aan de gezusters Dieuwke en Grietje Hoogland voor 750 gulden. De zusters zullen het nu aanwezige woonhuis hebben gebouwd.
De achtermuur bestaat uit “oude friezen” en is na de brand opnieuw opgemetseld.
Na de oorlog is het huis bewoond door de heer Tj Broersma, familie M. Swart en de familie P. Reitsma.